Daglicht in Nederland



De hoeveelheid direct zonlicht en diffuus hemellicht die een een bepaalde plaats op aarde ontvangt is in belangrijke mate afhankelijk van de geografische breedtegraad. Echter, ook de gemiddelde weersomstandigheden zijn van grote invloed. Op de schaal van Nederland zijn er al aanzienlijke verschillen. De verschillen tussen de ‘lichtste’ en de ‘donkerste’ gebieden kunnen gemiddeld over een jaar gemeten zo’n 10% uiteenlopen. Veruit de belangrijkste factor daarin is het aantal uren zon.

 
Op basis van KNMI-gegevens over de periode 2001-2013 is bovenstaand kaartje gemaakt. Hierin is voor de verschillende KNMI-meetstations de totale hoeveelheid straling op een horizontaal vlak in kWh/m2 per jaar uitgezet.
In Vlissingen staat het meetstation dat jaarlijks de meeste straling ontvangt. Verder is het langs de kust aanmerkelijk lichter dan in het oosten van het land. Station Deelen moet het jaarlijks met een kleine 10% minder stralingsenergie doen dan Vlissingen.

Lichtere kleuren betekenen meer stralingsenergie. De vlakverdeling (Voronoi tesselatie) heeft hier geen diepere betekenis dan dat voor ieder punt in een bepaalde cel het weerstation in die cel het dichtstbijzijnde is.

Comments are closed